Het prille begin,
“We zijn met helemaal niks begonnen”; de gevleugelde woorden van Maarten Busker, geboren in 1930 en de grondlegger van het bedrijf. Op 28 oktober 1954, zijn trouwdag, begon hij met zijn bruid op een lekke schuit. Hij betaalde er 9000 gulden voor, waarvan de helft werd geleend van een tweetal boeren in Wilnis, Klaas Roeleveld en Willem van Schie, hij is ze hier altijd dankbaar voor.
Hij werkte keihard. “Ik gunde me geen tijd om te eten. En zonder mijn vrouw, had ik het niet gered. Ze schonk me ook nog eens zeven kinderen”.
Net als zijn vader bracht de geboren Amsterdammer met zijn schuit vuilnis naar de boeren om sloten te dempen en vervoerde hij puin om wegen te verharden. “Ik verdiende een tientje per dag en daar konden we goed van leven”, zei hij. Na een jaar kocht hij een aak en weer een jaar later een spits, waarmee het jonge paar op België en Frankrijk voer. Een mindere periode, vind hij achteraf. Hij sprak de taal niet en werd op de Franse schippersbeurs regelmatig overgeslagen, maar met behulp van Belgische schippers lukte het hem toch om opdrachten binnen te halen.
Na enige tijd wordt er in Amstelhoek een stuk land van zesduizend vierkante meter met een oude schuur erop en een kleine schuit gekocht. Snel hierna werd een dragline aangeschaft om baggerwerk te doen en zinkers te leggen. Het onderstel gaat helaas snel kapot en daarom werd de kraan vast gemonteerd op het dek van de schuit. “Ik was de eerste die zijn eigen schuit kon laden en lossen. Het is niet, dat ik zo slim was, maar het was uit nood geboren”.
Snel hierna volgden nog vele schepen met kranen erop.
De tweede generatie
In 1974 wordt een opslagterrein met woonhuis te Lemmer gekocht. Hier vestigde de jongste broer van Maarten, ‘Cees Busker’ zich.
Vanuit deze zelfstandige opererende vestiging werden in de noordelijke provincies projecten aangenomen. Later werd er nog een terrein aan de industrieweg te Lemmer verworven.
In 1982 werd Maarten Busker mede-eigenaar van keten & loodsenbouwbedrijf ‘van der Roest en van den Bosch’, dat daarna van der Roest & Busker ging heten, dat werd geleid door jongere broer Theo Busker.
In 1983 werd het oorspronkelijke opslagterrein in het westen te Amstelhoek verkocht aan de gemeente Mijdrecht, om woningbouw te realiseren. Gezocht werd naar een nieuw terrein, dat werd gevonden op een industrieterrein te Woerdense Verlaat, dat tot de dag van vandaag in gebruik is.
Begin jaren tachtig was er sprake van een sterke recessie en de familie Busker moest alle zeilen bijzetten om het hoofd boven water te houden. Zo was ons grootste aangenomen werk in het jaar 1984: Het verzwaren van 5 km dijk in de gemeente Kockengen voor een bedrag van FL 500.000,- Iedereen was bezig, maar er werd weinig verdiend.
Inmiddels zijn eind jaren zeventig de broers Ton & Ron in dienst getreden en niet veel later in het begin van de jaren tachtig ook de broers Martien & Peter, bij ‘Busker Hei- en waterwerken’.
Voor alle 4 de broers was het altijd duidelijk, zij zouden gaan werken in het familiebedrijf. Martien (de oudste broer) kwam relatief laat in de zaak. Tijdens zijn studie bedrijfseconomie werd al duidelijk dat hij in de zaak zou gaan werken.
De overdracht van het bedrijf door vader Maarten naar zijn zoons is heel geleidelijk gegaan, vanaf 1985 bemoeide hij zich nog nauwelijks met het bedrijf. Martien pakt de commercie en onderhoudt de contacten met de relaties. De andere drie broers bedienen de heikranen. Naast de 4 broers waren er ook nog 3 zussen, die inmiddels getrouwd waren. De drie zwagers van de broers komen ook in het bedrijf ‘Busker Hei- en waterwerken’ en bedienen ook de heikranen.
Op zakelijk gebied ging het eind jaren tachtig beter lopen, mede door de buitengewoon platte en slagvaardige organisatie.
‘Busker Hei- en waterwerken’ ging zich steeds meer toeleggen in de pijpleidingsector op het aanbrengen en verwijderen van stalen damwanden ‘op het droge’. De komst van (gestuurde) boringen veroorzaakte een afname van het hoeveelheid werk op het water. In de tachtiger jaren was 90% van het werk watergebonden. Tegenwoordig ligt die verhouding compleet anders: 90% op het land en 10% vanaf het water.
In 1989 zijn de terreinen van scheepswerf de Waal te Zaltbommel aangekocht. ‘Van der Roest & Busker’ kon hier al het materiaal opslaan en ‘Busker Hei- en waterwerken’ nam hier haar intrek in hetzelfde kantoor. In deze periode trad ook Herman van Veen in dienst, die later de functie van financieel Directeur bekleedde.
Teneinde de groeiende voorraad stalen damwand te kunnen opslaan is in 1991 het terrein aan de Gamerschedijk 6 te Zaltbommel overgenomen van baggerbedrijf ‘van Hattum’. Ook is dit het jaar dat Maarten definitief zijn bedrijfsaandelen over heeft gedragen aan zijn vier zonen.
De opslagterreinen te Lemmer worden verkocht en de werknemers uit het noorden bleven werkzaam bij ‘Busker Hei- en waterwerken’.
Vanaf 1992 nam broer Ron de functie ‘uitvoerder’ voor zijn rekening en begeleide alle heiwerken, met daarbij de personeelsplanning en transportplanning over land en water.
Nadat in 1989 ‘van der Roest & Busker’ aan derden (BUKO) is verkocht, ontstond de behoefte voor ‘Busker Hei- en waterwerken’ aan een eigen kantoor. En werd een futuristisch en markant kantoor gebouwd op eigen terrein te Zaltbommel, Gamerschedijk 6.
Vanaf begin jaren negentig heeft ‘Busker Hei- en waterwerken’ een sterke groei doorgemaakt en haar naam gevestigd als gespecialiseerd damwandbedrijf binnen de pijpleidingsector. Het overlijden van broer Ron in 2015, het uitvoeringsgezicht van Busker, had grote impact op de hele organisatie. Dit is ook het jaar dat Carlo van Klarenbosch in dienst is getreden als directeur.
Na prachtige jaren waarin vele mooie projecten met onze collega’s, voor veelal vast relaties, zijn uitgevoerd stopt Martien Busker in 2025 met zijn werkzaamheden. Op zijn advies en expertise kan altijd een beroep worden gedaan!
